Op zaterdag 28 mei wordt Marie-Thérèse Van Craeynest 100 jaar. Dat vierde ze met familie en vrienden op vrijdag 27 mei in woonzorgcentrum Sint-Carolus in Kortrijk, waar ze verblijft. Ze kreeg er het bezoek van schepen Stephanie Demeyer.

Marie-Thérèse werd op 28 mei 1922 geboren in Kortrijk. Ze was de oudste dochter van Richard Van Craeynest die in de steenbakkerij van Zwevegem-Knokke werkte en bobijnster Julienne Coornaert. Haar twee broers Achille, die in 1924 geboren werd en Walter die van 1935 was zijn beiden overleden. Marie-Thérèse bracht haar jeugd door bij haar grootouders en ouders in de Zwevegemsestraat ne de Oudenaardsesteenweg in Kortrijk. Later woonde ze in de Pijpestraat. Ze liep school in de Voorstraat in Kortrijk.
Op haar 14de ging ze aan het werk. Ze werkte in een textielfabriek en was ook een tijd in Frankrijk en thuis aan de slag. Daarna ging ze werken bij de witte Paters van de orde van Damiaan op de Pottelberg in Kortrijk. Daar legde ze vele jaren de paters in de watten tot aan haar pensioen.
In april 1949 trouwde Marie-Thérèse met Antoine Desmet, die van 1921 was. Antoine werkte bij de firma ATLAS, waar de krant werd gedrukt. Na haar huwelijk woonde Marie-Thérese op ’t Hoge en kort daarna in de Sint-Rochuslaan, wat ‘den valiezenboulevard van Kortrijk’ genoemd werd. In 1971 verhuisde het gezin naar ’t Rode Paard in Bellegem. Na het verlies van haar man woonde Marie-Thérèse een periode in Vichte en Zwevegem. Uiteindelijk keerde ze terug naar Kortrijk waar ze in Assistentiewoning Gezelle 2 een nieuwe thuis vond. Sedert december 2020 verblijft ze in woonzorgcentrum Sint-Carolus in Kotrijk.
De kinderen zijn Christine, die in 1950 geboren werd en Jacques die van 1957 is. Frederic, Christophe en Vincent zijn de kleinkinderen en Alexander, Thibaut, Margot, Edouard en Arnaud de achterkleinkinderen.

Marie-Thérèse zorgde altijd heel goed voor het gezin. Ze hield ook altijd een goed contact met haar ouders, voor wie ze tot de laatste dag zorgde. Haar vader woonde tot het einde van zijn leven bij Thérèse en Antoine in. Zorgen voor de klein- en achterkleinkinderen was voor Marie-Thérèse heel normaal. Al haar energie en liefde ging naar het gezin en de familie.Op jonge leeftijd ging ze wel een keer gaan kanovaren en zwemmen op en in de Leie. Bij het begin van haar pensioen heeft Thérèse het zwemmen weer aangepakt. Ze zwom dan op maandagmorgen 1.500 meter en op donderdag de helft. Dat deed ze tot ze 92 jaar was.
