Search

“Ik vergeet nooit dat ik mijn leven aan hen te danken heb!”

Tinne en haar man met een dokter en twee verpleegkundigen die er op 22 november 2014 bij waren (copyright foto Els Deleu)

Op vrijdag 22 november trok Tinne Seys (58) – zoals ze al 10 jaar elk jaar doet op die dag – naar de Spoedafdeling van het AZ Groeninge in Kortrijk. “10 jaar geleden heeft men hier mijn leven gered. Dat zal ik nooit vergeten”, zegt ze. Voor de ondertussen 10 extra jaren die ze gekregen heeft, trakteerde ze de dienst dit jaar met broodjes.

We gingen vrijdagavond langs in de Spoedafdeling die ondertussen in de Kennedylaan gevestigd is. 10 jaar geleden was de Spoed nog in de Loofstraat, en was de intensieve afdeling al in de Kennedylaan. De verhuisbeweging van het ziekenhuis was toen nog volop bezig.

Tine gaat nog elk jaar langs op de Spoedafdeling met een bedankingskaartje. Omdat het dit jaar precies 10 jaar geleden was dat ze daar haar leven redden, ging ze vrijdag drie keer langs met broodjes, zowel voor de ochtend-, de middag- als de avondploeg.

Vrijdagavond kwamen naast Tinne en haar man en enkele personeelsleden van toen, ook haar dochter met haar partner langs. “Mijn schoonzoon is toevallig ook iemand die nog op de spoedafdeling in het AZ Groeninge gewerkt heeft. Hij was er 10 jaar geleden echter nog niet bij.”

Enkele weken geleden gingen we al langs voor een babbel bij Tinne in haar huis in Heule, waar ze haar verhaal deed. Rik Cabbeke, de man van Tinne, kan nog altijd niet bij ons blijven als Tinne vertelt over die bewuste 22 november van 2014. Het grijpt hem nog altijd erg aan.

Tinne doet haar verhaal

“Zaterdag 22 november 2014… een dag om nooit te vergeten”, begint Tinne. “Die week had ik de dinsdag een galcrisis gedaan. Van de huisdokter had ik een inspuiting gekregen, maar hij vreesde dat ik het nog zou krijgen. Dan zou ik er onmiddellijk mee naar de spoeddienst moeten gaan. De dokter liet een briefje achter om mee te doen…”

“Op zaterdag 22 november – de verjaardag van mijn man – was het al zover. Mijn man bracht me naar de spoeddienst die toen nog in de Loofstraat was. Dokter Struyve is er bij gekomen en zag dat de gal ontstoken zat van de stenen. Er moest onmiddellijk geopereerd worden. Dr Struyve nam contact met Dr Devriendt die aangaf onmiddellijk te kunnen opereren. Alles moest in gereedheid gebracht worden om te opereren.  Voor men mij een prik begon te geven, werd me nog gevraagd of ik aan iets allergisch was. Ik antwoordde negatief. Ik had nog nooit allergisch op iets gereageerd.”

“Er werd een baxter met antibiotica aangelegd. Die begon te druppelen en na een paar druppels – misschien 5 à 10 druppels – zei ik tegen mijn man: mijn lichaam wordt heel raar, mijn benen worden ijskoud, alles begint te tintelen… het is niet goed… Ik had een cola vast en vroeg hem om deze over te nemen want ik zou hem laten vallen… Mijn man is onmiddellijk uit de box gelopen en vroeg iemand om onmiddellijk te komen omdat er echt iets niet klopte.”

“Van als de verpleger – die onmiddellijk gekomen is – me zag, duwde hij op de alarmknop en stopte hij de baxter. Ik zag enkel nog een silhouet van hem, een wazig beeld…”

“Mijn man hoorde onmiddellijk alarm op de gang, de ene na de andere kwam in de box gelopen en mijn man sprong achteruit. Hij heeft alles zien gebeuren.”

“Ik zag gewoon schimmen en op een bepaald moment werd alles zwart. Ik had enkel nog mijn gedachten en weet dat ik me heel angstig voelde.” Tinne herinnert zich nog precies wat ze toen op dat moment – vooraleer voor haar het licht uit ging – voelde. “Mijn handen lagen op mijn buik… ik was heel bang vanbinnen en had iets van Ik moet niet meer vechten, het heeft geen zin meer… Ik kon niets uitbrengen en voelde enkel vanbinnen dat ik aan het sterven was. Op het moment dat ik die gedachte had, voelde ik mijn armen vallen. Ik hoorde nog een ‘getuut’, hoorde alles vervagen en plots hoorde ik niets meer. Dat ‘getuut’ was een hartstilstand, ik had het opgegeven, mijn hart was stilgevallen…”

“Op dat moment werden elektroshocks gegeven. Mijn hart begon weer te werken, en als ze me wilden verplaatsen en klaarmaken om me naar intensieve in de Kennedylaan te brengen, kreeg ik weer een flat-line, een hartstilstand. Ik heb zo drie keer een hartstilstand gedaan, telkens moesten ze opnieuw beginnen. Als ze me shocks gaven, hadden ze me terug.”

“Rik werd ondertussen naar buiten begeleid en men belde onmiddellijk een psychologe voor hem. Toen hem een potje koffie aangeboden werd, wou hij het niet, want dan komen ze met slecht nieuws, dacht hij. Rik wou niet spreken en kan er – nu 10 jaar later – nog altijd niet goed over spreken.”

Hij vertelt ons dat hij zijn vrouw – toen ze stabiel was voor het vervoer – zag buitenkomen als ze met haar naar de Kennedylaan zouden rijden. “Er stonden drie torens op haar met allemaal apparaten en zuurstof…” Rik reed al naar de Kennedylaan en werd overstoken door de ambulance die aan volle snelheid reed. “Nog altijd zijn we er bewust van dat – als een ambulance afkomt – je zo snel mogelijk aan de kant moet gaan.”

Op de intensieve afdeling werd Rik gevraagd of er moest familie verwittigd worden. Hij begreep het niet goed want hij dacht dat zijn vrouw toch stabiel was, maar er kon geen zekerheid geboden worden.  Rik is dan zelf naar de Supra Bazar gereden waar Tinnes dochter aan de kassa zat. Toen ze hem zag binnenkomen had ze een voorgevoel dat er iets was. “Ze is van haar stoel gesprongen en begon te roepen. Ze is met Rik meegegaan en in het ziekenhuis dacht ze – toen ze haar mama aan de beademingsmachine zag liggen met heel wat darmpjes en spuiten – dat haar mama dood was en dat ze het haar nog niet wilden zeggen”, zegt Tinne.
Tinne en haar dochter zijn als vriendinnen en hebben een hele sterke band.

“ik ‘moést’ naar de spoedafdeling”

Vanaf het moment dat Tinnes armen naar beneden vielen, weet ze niets meer tot het moment dat ze op intensieve wakker werd. “Men heeft me in coma gelaten om mijn hart tot rust te brengen. De dag nadien om 23 uur kwam ik uit de coma en werd de beademing verwijderd. Ik ben er wonderbaarlijk uit gekomen zonder schade. Ik heb die nacht nog mijn dochter gebeld om haar te vertellen dat ik leefde. Ze was toen 22 jaar. Ik wou dat ze die avond weer zou kunnen slapen.”

De operatie aan de gal werd dan nog een week uitgesteld. “Mijn hart was nog te zwak. Ik moest die hele week in het ziekenhuis blijven. Ik heb in die week wél de toestemming gevraagd om me te kleden en naar de Spoed te gaan om die mensen daar te bedanken. Ik ‘moest’ er gewoon naar toe. Mijn man heeft pralines en een grote kaart meegebracht en ik kreeg uitzonderlijk de toelating om het ziekenhuis in de Kennedylaan te verlaten, enkel om naar de Spoed in de Loofstraat te gaan.”

“Toen ik er binnen ging, vroegen ze me wat ik daar deed. Ik moest rusten. Ik heb hen uitgelegd dat ik toch eens bij hen moest zijn, want zij hadden mijn leven gered. Ik heb ook naar de verpleger die mij de antibiotica gegeven had gevraagd en gezegd dat hij er niets kon aan doen, want hij had me wel gevraagd of ik allergisch was, en dat was mijn eerste allergische reactie ooit! Nu doet deze verpleegkundige thuisverpleging, en ik doe – indien ik thuisverpleging nodig heb – zeker op zijn diensten een beroep.”

“Toen ik weer vertrok uit de Spoed, heb ik beloofd dat ik er het volgend jaar op 22 november opnieuw zou staan, en dit elk jaar, zo lang ik leef!”

En Tinne houdt woord. Elk jaar trekt ze op 22 november, met haar man Rik die dan jarig is, naar de spoedafdeling, die ondertussen in de Kennedylaan gevestigd is.

“Ik heb maar één keer een kaart gekocht, en dat was de eerste keer. De andere jaren heb ik telkens zelf één gemaakt, dat maakt het persoonlijker.”

Omdat het dit jaar 10 jaar geleden is, werd het een speciale editie.

“Was ik op 22 november 2014 gestorven, dan had ik de partner van mijn dochter – een gouden schoonzoon – niet gekend, en ook mijn kleinzoontje Alex die ondertussen 4 jaar is had ik nooit gekend. Ik ben supertrots op hun gezinnetje.

Tinne is in goede gezondheid, maar ze heeft altijd de nodige medicatie bij zich, voor moest er ergens een allergische reactie uitbreken. “Ook bij de apotheek lichten de alarmlichten op als mijn naam op het scherm komt!” Tinne blijft enorm allergisch. “Zo reageerde ik eens toen een hond die antibiotica nam bij mij aan een muggenbeet likte.”

Box 10

Tinne is nog altijd – zelfs na 10 jaar – gekend op de Spoeddienst als ‘box 10’.

“Op Spoed heerst er een familiesfeer. Ik heb er altijd deugd van om daar geweest te zijn om hen weer te bedanken.”

Vrijdagavond waren een dokter en twee verpleegkundigen die er toen 10 jaar geleden bij waren, aanwezig op de Spoed, op uitnodiging van Tinne. De verpleegkundige die ondertussen als thuisverpleegkundige werkt en de dokter en een verpleger die op 22 november 2014 aanwezig waren, kwamen speciaal naar de Spoed buiten hun werkuren. “Tinne is de enige die elk jaar nog komt om ons te bedanken voor haar leven. We kunnen haar ook nooit vergeten. Wat we toen meemaakten kunnen we ons nog altijd voor onze ogen halen. We weten zelfs nog waar we bezig waren toen het alarm uit box 10 kwam en weten nog precies wat er allemaal gebeurde,” getuigen ze. “Gelukkig is Tinnes man onmiddellijk naar ons gekomen en konden we onmiddellijk ingrijpen!”

“Het voorval met Tinne is een casus geworden die we nog altijd gebruiken als voorbeeld van wat er kan gebeuren als iemand allergisch reageert op iets dat toegediend wordt.”

Tinne ging ondertussen al haar getuigenis brengen in Kulak in het kader van de Week van het Hart. “Rik gaat dan wel mee, maar droomt er dan gegarandeerd over. Hij heeft alles zien gebeuren en kan er nog altijd niet goed mee om.”

error: De inhoud is beschermd! U kan foto\'s en teksten bestellen. Foto's downloaden of afdrukken is strafbaar.