1 mei was de eerste pensioendag van Geert Deleu (62) uit Wevelgem. Hij werkte 42 jaar aan de groendienst in de gemeente Wevelgem en was binnen die dienst actief in Gullegem en Moorsele.

“Ik wilde voor hovenier leren zoals mijn dooppeter”, begint Geert. “Peter Joseph werkte aan de groendienst bij de stad Kortrijk.” Geert trok naar de Tuinbouwschool in Roeselare waar hij zijn A2 haalde. Hij volgde ook nog een half jaar bloemschikken in Vilvoorde, want hij zou een bloemenzaak runnen ook heel fijn vinden. “Mijn vader was echter wel bang voor dat ik zelfstandig zou beginnen, dus heb ik dat niet gedaan. Ik ging naar school tot 31 maart 1982, de dag dat ik 20 jaar werd. Op 1 april kon ik in de groendienst aan de gemeente Wevelgem beginnen werken als halfgeschoold arbeider.” Geert weet nog dat hij samen aan de gemeente Wevelgem begon met Gerard Soubry (+) die timmerman was en Freddy Nuyttens (+) die wegenwerker was. “Toen kende iedereen die bij de gemeente werkte elkaar nog”, mijmert Geert. “Het is nu zodanig uitgegroeid dat dit niet meer bij iedereen het geval is. Mensen blijven nu ook niet meer hun hele loopbaan bij dezelfde werkgever.”

“We komen van ver”

Geerts eerste werkplaats was de groendienst in Gullegem. We werkten er van uit de schuur Degraeve, de huidige Dwarsschuur, aan de sporthalle in Gullegem. Als Geert terugdenkt aan zijn carrière van 42 jaar bedenkt hij dat hij van ver komt: “We hadden geen water in die schuur, en moesten emmers water gaan vullen in de sporthalle. Zo wasten we bv. onze handen in die emmer water. We aten ’s middags onze boterhammen tussen de flessen sproeistof. Ook de herstellingen gebeurden in diezelfde ruimte, waar ook een mazoutkachel stond en onze camion had er zijn plaats. De voorraad mazout stond op de zolder. In een ander deel van de loods zat de Civiele Bescherming die papier inzamelde. Ook dat had zijn plaats in diezelfde schuur. Alles is enorm veranderd en ook veel veiliger geworden!”

Geert heeft nog herinneringen aan zijn eerste werkje. “Aan de oude pastorie in Gullegem schepte ik in een emmer water uit de wal, dan schepte ik met mijn handen enkele porties vergif om bij het water te doen, en dat werd gebruikt om de wegjes rond de oude pastorie te behandelen tegen het onkruid.”

“Vroeger werd er veel gesproeid. Nu wordt er helemaal geen onkruidverdelger meer gebruikt. Wevelgem was één van de prioriteitengemeentes om zonder sproeistoffen te werken, onder de leuze ‘zonder is gezonder’. We wieden het onkruid nu met een bosmaaier en mogen ook onkruid verbranden met een gasbrander of stomen met water van 120°C.”

Om nog eens op vroeger terug te komen, herinnert Geert zich nog dat er in het begin niet veel materiaal voorhanden was. “We kochten bij de fietsenmaker fietswielen om de machines te herstellen met de spaken. We sneden uit de wielen ook het ijzer, en de banden gebruikten we als boomlint. De binnenbanden werden dan weer gebruikt om iets vast te leggen op de vrachtwagen of de machines.”

Geert stelt vast dat materiaal nu een luxe geworden is. “Er zijn nu zelfs douches voor jongens en meisjes in het depot. We kregen er ook heel wat materiaal bij. De budgetten voor de groendienst zullen ook wel opgetrokken zijn.”

“Medewerkers mogen nu ook over allerlei zaken opleidingen volgen. Het is zelfs verplicht om met de hoogtewerker te werken en met de heftruck te rijden.”

Leiding

Geert mocht in Gullegem ook de ploeg leiden. Hij had deelgenomen aan het examen voor geschoold arbeider. “Dan ben ik ook korte tijd naar Bilgenboom Depot geweest.”

Door de jaren dienst is Geert in 2004 bij de groendienst van Moorsele terechtgekomen. Daar heeft hij ook een tijd het gras gemaaid en hij is er dan ploegverantwoordelijke geworden.

Tot op het einde van zijn carrière was Geert in de groendienst van Moorsele tewerkgesteld.

“Ik heb er echt een goede equipe gehad. We hebben ook altijd goed voor elkaar gezorgd, zowel in de werksfeer als als er iets gebeurde in de privésfeer. We trokken elkaar altijd op.” Geert vond het wel belangrijk om een familiale sfeer te creëren. Dan kan je met de gasten altijd veel meer bereiken. We kwamen altijd goed overeen. Ik mocht een kwartier voor het einde van een werkdag altijd nog vragen om een werkje te doen, bv als er ergens een boom omgevallen was. Dan kwamen we later terug op de werkplaats, maar dat is nooit een probleem geweest.”

Geert is de verantwoordelijken dankbaar voor de doorgroeimogelijkheden die hij gekregen heeft. “Dat kon natuurlijk ook maar door examens te doen, maar ik heb altijd appreciatie gevoeld.”

Geert betreurt wel dat het nu zo moeilijk geworden is om nieuwe mensen te vinden.

Hij is wel heel opgetogen met de dankbaarheid die hij met de groendienst kreeg van de bevolking van Moorsele. “Het is niet dat we buitengewone dingen deden, maar het doet echt deugd om je in te zetten als de mensen zo dankbaar zijn.”

Pensioen

Geert zal wel een gedeelte van zijn werk missen. “Gelukkig komen we goed overeen met de collega’s en zal ik naar bv. verjaardagen nog wel meegevraagd worden. Dat doet wel deugd.”

“Er komt nu met de zomer wel een goede periode aan, waar je meer buiten kan. Ik zal nu nog meer mijn vroegere buren en andere mensen kunnen helpen. Ik doe graag de mensen een plezier als ze niet profiteren.”

Geert helpt geregeld de mensen. Vroeger is hij altijd in de Chiro geweest, hij was eerst gewoon lid en dan wel zeven jaar leider. Hij is ook zeven jaar volwassen begeleider geweest, samen met José Lowagie.

Geert zal nu ook meer tijd hebben voor de zorg voor zijn mama die 95 jaar is.

“We zullen ook proberen om weer te gaan kamperen”, besluit hij.