André Veryepe (82) en Léa David (81) uit Marke vierden op zaterdag 29 april hun diamanten huwelijksjubileum in het Kortrijkse stadhuis. Ze werden ontvangen door schepen Stephanie Demeyer.
André
André werd tijdens de oorlog geboren in het ouderlijk huis in Beveren-Ijzer. Hij was de tweede jongste in een gezin dat 10 kinderen geteld had. Verschillende van de kinderen stierven op jonge leeftijd. Er zijn er maar twee meer in leven. Zijn vader Julien was stoelenvlechter en zijn moeder Ida Flamey was huishoudster.
Tot zijn 14de ging André naar school in Beveren-Ijzer. Dan ging hij tot zijn 18de bij boeren waar hij als kind een boterham kreeg werken. Daarna werkte hij een jaar in een weverij in Frankrijk. Hij moest hier telkens een busrit van 3 uur heen en 3 uur terug voor afleggen.
Dan ging hij als chauffeur, loodgieter en dakwerker aan de slag tijdens zijn vele jaren dienst als conciërge bij de Firma Weijts in Kortrijk. Nadat de firma failliet ging werd André pompbediende bij Shell langs de autosnelweg E17. Na 25 jaar ging hij in april 1999 met pensioen.
Léa
Léa werd thuis in Proven geboren, ook tijdens de oorlog. Ze is de oudste van twee zussen. Haar vader Nestor David was smid bij de spoorwegen en haar meoder Martha Maerten was huishoudster. Zij is echter al overleden toen Léa nog maar 14 jaar was. Léa ging naar de lagere school en volgde nog het eerste Latijnse. Dan verzorgde ze haar mama voor deze overleed.
Léa werd dan borduurster maar moest dan als dienstmeid bij rijke families gaan werken in Roeselare en Kortrijk. Dan werd ze samen met André congiërge in het bedrijf van één van de families waar ze lang gewerkt had.
Léa was ook een tijd onthaalmoeder in Marke.
Ze werkte het langst bij Eurest als kassierster langs de E17 in Marke en dan 13 jaar bij een directierestaurant in Brussel. Nu is ze al 23 jaar met pensioen.
Léa werd gehuldigd als Emeritus Eredeken van de Arbeid door het vele jaren opkomen voor de zwakkeren in de samenleving en op de werkvloer. Daar is ze trots op.
Het huwelijk
André en Léa leerden elkaar op een boerenbal kennen. Ze trouwden in Roesbrugge. Het koppel ging in Roeselare wonen en verhuisde later naar Kortrijk. Toch trokken André en Léa vaak terug naar hun geboortestreek. Léa’s metje kwam later inwonen bij André en Léa.
De kinderen zijn Martine (56), gehuwd met John Delcroix en Carine (52) met parner Kurt. De kleinkinderen zijn Jordi en Daphné die in 1995 geboren werden en Julie en Gilles die in 1998 geboren werden.
Vrije tijd
André en Léa verkochten voor corona veel op rommelmarkten.
Samen knapten André en Léa hun tweede verblijf op. Het is een huisje van eind de 19de eeuw van Léa’s grootmoeder in Haringe. Daar en in Marke verzorgt Léa de bloementuinen, die jaar na jaar pareltjes zijn.
Het koppel geniet ook altijd van een lekkere maaltijd met een aperitiefje en een wijntje.
Ze zijn allebei superfan van hun hondje Roosje, een Jack Russel. Toen hun hondje Lucky vorig jaar stierf betekende dit een pijnlijk moment.
Vroeger ging André vissen langs de rivier, in een visput of op zee.
Tot met corona maakte André houten mannetjes in tuinhout. Sinds de coronaperiode ontwikkelde André zich tot een supertuinier. Hij kweekt reuze coeur-de-boeuf tomaten, pijpajuintjes, sperzieboontjes, salade, komkommers, courgettes, enz… Alles ligt er netjes en verzorgd bij in en naast zijn zelfgemaakte serre.
Léa schilderde vroeger bloemen en natuur. Ze houdt ook van koken.