Anna Verbrugghe vierde op dinsdag 8 juni haar 102° verjaardag in het woonzorgcentrum Biezenheem in Bissegem. Ze kreeg het bezoek van haar familie en van schepen Stephanie Demeyer.
Anna Verbrugghe werd op 7 juni 1920 geboren in Oekene. Ze verloor haar mama toen ze 3 jaar oud was waardoor Anna vele jaren in een weeshuis in Lendelede verbleef. Haar vader werkte in het vlas. Het was een harde tijd.
Toen Anna, haar broer en haar zus oud genoeg waren mochten ze thuis blijven terwijl hun vader ging werken. Ze maakten 3 keer per dag frietjes klaar. Het gezin woonde in een huisje met een dak van stro. Er lag zelfs nog geen vloer in. Anna’s broer stierf op jonge leeftijd.
‘met Annaatje naar de bommenput’
Op haar 18de trok Anna naar Oostenrijk om er te gaan werken bij een Weense advocatenfamilie. Ze amuseerde zich daar en wou er eigenlijk blijven, maar kreeg geen toelating om langer dan 5 jaar op Oostenrijkse grond te leven. De familie waar Anna verbleven had bleef contact houden. Toen Anna terug in België was ging ze in dienst bij een gezin in Bissegem, waar ze voor de zieke vrouw zorgde. In Bissegem leerde Anna haar man Albert Vandendriessche kennen. Albert was gekend als ‘Bèrke van ’t Puppekot’, wat verwees naar zijn werk in poppenfabriek Unica. Hij was de jongste zoon van café De Klokke in Bissegem. Anna was 34 jaar toen ze met Albert trouwde. Het koppel woonde na het huwelijk een tijd mee bij familie en bouwde na 4 jaar een huis in de Kerkstraat, die nu de Driekerkenstraat is. Ze woonden in de ‘Margarinereke’. Die naam verwees naar het feit dat de mensen die er bouwden geen boter meer zouden kopen, maar enkel nog margarine zouden kunnen eten. Albert werkte dag en nacht, en zo had Anna de vrijheid om thuis te blijven. Ze was de steun van de hele straat. Als iemand in de straat een kindje kreeg, dan zou ‘Annaatje’ er wel voor zorgen. Ze ging ook met de kinderen uit de hele buurt wandelen langs de Leie en ging met hen picknicken in de bommenputten. ‘Met Annaatje naar de bommenput gaan’ was dan ook altijd een feest!

Familie
Anna en Albert kregen 3 kinderen. Marie-Rose die van 1951 was, is overleden. Zij was gehuwd met Ronny Malysse. Jean-Marie die in 1953 geboren werd is getrouwd met Marijke D’Haene en woont in Wevelgem en Marie-Paule die van 1955 is, is gehuwd met Rudy Overbergh en woont in Bissegem. Er zijn 6 kleinkinderen onder wie er één overleden is en er zijn 8 achterkleinkinderen.

Verdriet
Anna heeft het niet gemakkelijk gehad. In nog geen 2 jaar tijd verloor ze haar dochter Marie-Rose aan een hersenbloeding, haar kleinzoontje Jelle die 1,5 jaar oud was en haar man die overleden is van verdriet. Ze was toen nog maar rond de 70. Later vond ze opnieuw de liefde bij Henri met wie ze 4 à 5 jaar samen was. Ook hij is overleden.
Met haar man trok Anna graag naar Spanje, en na zijn overlijden ging ze samen met haar zoon mee met de bus. Ze trok ook nog naar Hongarije en Slovenië. Anna was op de bus altijd de eerste die de micro vooraan in handen nam. Het was altijd ambiance met haar. Toen ze eens naar La Palma ging in Gits mocht ze aan het rad van fortuin draaien. Ze draaide zodanig hard dat ze samen met het rad van het podium viel.
koffiekransjes
Anna bleef in de Driekerkenstraat wonen en reed met de wagen tot ze 87 jaar was. Ze genoot van koffiekransjes. Tegen haar zin trok ze 12 jaar geleden naar een assistentiewoning in Bissegem maar ze amuseerde zich daar erg. Ze kookte in het begin nog zelf. 7 jaar geleden verhuisde ze naar het woonzorgcentrum Biezenheem. Met het woonzorgcentrum ging ze nog naar Benidorm en naar Middelkerke.
Anna geniet nu nog altijd van lekker en veel eten, en ze zingt soms liedjes mee. Zo zong ze tijdens haar verjaardagsfeest samen met haar familie nog van ‘En min ne kje noa Bissegem gewist’.